Kaat en Tijhuis Orgelmakers  Neringstraat 8 | 8263BG Kampen | tel: 038 - 33 33 797 | info@kaatentijhuisorgelmakers.nl   
Klik hier om terug te gaan1984 Antwerpen Protestantse kerk

Voor foto's van het instrument zie: http://www.protestantse-orgelkring.be/

1900-1905: Er werden verschillende orgelbouwers aangeschreven om een nieuw “krachtige” instrument te bouwen : Van Bever, Walcker en Schijven. Alle offertes bleven bewaard in het archief van de kerk.
Walcker had voor de bouw van dit nieuwe instrument 2 verschillende offertes ingediend:
* Orgel gebaseerd op Principal 16’ en met 24 registers : hoofdwerk (10), reciet (9), pedaal (5)
* Orgel gebaseerd op Principaal 8’ en met 27 registers (waarvan 2 in transmissie) : hoofdwerk (11), reciet (10), pedaal (6)
Speciaal te vermelden is dat dit het eerste orgel in België zou worden, dat werd uitgerust met een elekrische motor (3/4 pk) om de schepbalgen aan te drijven (mechanisme nog steeds bewaard). In functie van het windverbruik zou een regelsysteem ingrijpen op het toerental van de motor, zodat een perfecte geruisloosheid zou gegarandeerd worden (automatische terugloop tot op stilstand). Voor de plaatsing van de motor diende in de kerkmuur een nis gemaakt te worden.

De tweede offerte werd geaccepteerd
Dispositie :

Hoofdwerk Reciet Pedaal
Bourdon 16’ Geigenprincipal 8’ Subbass 16’
Principal 8’ Lieblich gedeckt 8’ Violinbass 16’
Viola di Gamba 8’ Salicional 8’ Gedecktbass 16’
Flauto amabile 8’ Aoline 8’ Octavbass 8’
Quintatön 8’ Voix Céleste 8’ Violoncello 8’
Dolce 8’ Fugara 4’ Bombarde 16’
Floete 4’ Rohrfloete 4’  
Prestant 4’ Piccolo 2’  
Quint 2’2/3 Trompette harmonique 8’  
Mixtur IV 2’2/3 Oboe 8’  
Trompette 8’  

 

 

 

 

 

 

 

 


Het orgel kreeg het opusnummer 1190. De 1.408 orgelpijpen werden verdeeld over 2 symmetrische buffetten in neogotische stijl, links en rechts van het monumentale glasraam. De speeltafel werd in het midden geplaatst, tussen de twee kasten en vlak voor het dikke touw van de luidklok : voor het luiden van deze klok werd gelukkig beroep gedaan op andere (bezoldigde) persoon, een “echte klokkeluider” .
In het pedaal wordt de Gedecktbass 16’ verkregen door transmissie van de Bourdon 16’; de Violoncello 8’ door transmissie van de Viola di Gamba 8’.

Het bestaande Dreymann-orgel werd verkocht aan de Gereformeerde Kerk in het Nederlandse Hoogeveen, waar het na uitbreiding nog steeds in dienst is.
1919: De trompet van het hoofdwerk wordt vervangen door een nieuwe trompet van moderne makelij. Dit is wel hoorbaar, want deze trompet klinkt erg luid en wat minder “rond” dan de andere oorspronkelijke tongwerken.

1926: Het kerkblad  vermeldt : “Het kerkorgel werd, dank zij eenige extra giften en het enthousiasme van den organist, met twee registers verrijkt : een Euphoon en een Kromhoorn. Mede door deze uitbreiding hadden de Concerten der Bachvereeniging meer en meer succes en worden des Zondags de kerkgangers door een steeds volmaakter spel gesticht”. Deze registers zijn hoogstwaarschijnlijk van 18e-eeuwse oorsprong (in elk geval van oudere datum dan 1905), en werden zo goed mogelijk in het Walcker-orgel geïntegreerd.
Vaste organist in die periode was Jos Watelet, en dit gedurende 29 jaar. Hij schonk de kerk in 1945 ook een Ludovicus De Baecker-kabinetorgel, dat sinds 1956 in het Antwerpse Vleeshuismuseum staat. Hij schonk ook nog een ander 18e-eeuws positief (afkomstig uit een Leuvense kapel), dat in 1957 op het oksaal als koororgel diende, naast zijn grote Walcker-broer. Dit koororgel zou in 1959 verkocht zijn aan de St.- Catharinaparochie in Hoboken; alwaar het spoor voorlopig doodloopt.

1927: Volgens de kerkarchieven werd weer een oud register bijgekocht. Het zou evenwel nog enkele jaren duren, vooraleer er genoeg middelen waren om dit ook daadwerkelijk te monteren. Vermoedelijk ging het over de Cornet 5R, die nu nog steeds aanwezig is, en perfect geïntegreerd in de rest van het orgel.

1977:  Onderhoud door B. Pels-d’Hondt : vervanging van versleten balgjes, nazicht van de windladen en de speeltafel, kuisen van pijpen. Dit gebeurde onder bescherming van Hans De Jongh, Consul de Nederlanden, ter gelegenheid van zijn 40-jarig ambt in Antwerpen. Het orgel werd toen plechtig ingespeeld door Stanislas Deriemaeker.

1984: Aan de orgelbouwers Kaat & Tijhuis (Nederland, Kampen) werd opdracht gegeven om de pneumatische traktuur te elektrificeren, want de loodbuizen van de pneumatische traktuur waren aangetast door de loodziekte. De elektrificering omvatte zowel de toetstraktuur als de registertraktuur, inclusief speelhulpen, vrije combinatie en zweltrede. Daarbij bleef het oorspronkelijke karakter van de speeltafel identiek aan de toestand van 1905: de ingreep is dus niet zichtbaar. Wel werd de speeltafel verplaatst naar de rand van het oksaal, zodat de organist meer voeling kreeg met verloop van de liturgie in de kerk.
Het orgel kreeg ook een “grote beurt” : herstelling van de windlekken, afdichting van de hoeden, nieuwe roosters waar nodig, extra steunen voor schalbekers, egalisatie van de intonatie, … Het vernieuwde orgel werd op 16 november 1984 ingespeeld door J. A. De Wilde (die tevens als adviseur optrad voor de restauratie).

1997: De windventilator wordt vervangen door 2 geruislozere windturbines.

Huidige dispositie:

Groot orgel Reciet Pedaal
Bourdon 16' Aoline 8' Gedecktbass 16'
Principal 8' Voix Céleste 8' Subbass 16'
Fluit amabile 8' Lieblich gedeckt 8' Violinbass 16'
Dolce 8' Salicional 8' Violoncello 8'
Quintatön 8' Geigenprincipal 8' Octafbass 8'
Viola da gamba 8' Rohrfluit 4' Bombarde 16'
Prestant 4' Fugara 4'  
Fluit 4' Piccolo 2'  
Quint 2 2/3' Terts 1 1/3’  
Mixture IV R Kromhoren 8'  
Trompet 8' Trompet Harmonique 8'  
Cornet 5 R Oboe 8'  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 



Speelhulpen
Koppel Ped+I, Ped+II, I+II,
Suboctaf I+II, Superoctaf II,
Generale crescendo (wals),
Vrije combinatie, Tutti,
Zweltrede op reciet.

 

footer
reflect