Kaat en Tijhuis Orgelmakers  Neringstraat 8 | 8263BG Kampen | tel: 038 - 33 33 797 | info@kaatentijhuisorgelmakers.nl   
Klik hier om terug te gaan

 

1987/2005 IJhorst Hervormde kerk

Foto: Wieger van Asperen

In het jaar 1903 werd er voor het eerst een orgel geplaatst in deze kerk. Het instrument was toen een schenking van de heren Koops en van Kleef, zoals op de orgelkas onder de middentoren nog steeds te lezen is.
Het instrument werd gebouwd door Jan Proper (1853-1922), die in Kampen een orgelmakerij had en ook organist was van de Kamper Bovenkerk.
Hij leverde een een-klaviers orgel met aangehangen pedaal.
Bijzonder aan dit orgel was dat het van een mechanisch werkend vrije combinatie-systeem was voorzien.

Dispositie 1903:

Bourdon 16'
Prestant 8'
Holpijp 8'
Roerfluit 8'
Vox Celeste 8'
Octaaf 4'
Spitsfluit 4'
Octaaf 2'
Cornet IV
Trompet 8' b/d

Aangehangen pedaal C-d1
 

In de zestiger jaren zijn serieuze pogingen ondernomen het steeds slechter functionerende orgel te restaureren, wat uiteindelijk nooit is gebeurd.
Rond 1970 was het praktisch onbespeelbaar geworden waarna de kerk het jaren heeft moeten doen met een electronisch apparaat.
Vanaf het midden van de jaren tachtig zijn de eerste stappen ondernomen om weer een pijporgel in de kerk te krijgen, onder andere door een rapport van de heren Verrips en Kaldenberg.
In december 1986 heeft Stef Tuinstra een rapport geschreven over de toestand van het Proper-orgel en enkele voorstellen gedaan voor het bouwen van een nieuw instrument in de bestaande en zeker karakteristiek te noemen kas.
Het binnenwerk behoorde helaas niet tot het beste wat Proper heeft nagelaten.
Het pijpwerk, wat fabrieksmatig was gemaakt en voorzien van geperste labia, en de technische onderdelen, die veelal betrokken waren van toeleveringsbedrijven, waren niet de moeite waard om gerestaureerd te worden of om te dienen als uitgangpunt voor een reconstructie in de stijl van Proper.
Uiteindelijk heeft de firma Kaat en Tijhuis uit Kampen in 1988, onder advies van Stef Tuinstra, een nieuw instrument gebouwd in de bestaande kas van Proper.
Het concept grijpt terug op de principes van de 19e Eeuwse orgelbouw.
De mensuratie en de factuur van het pijpwerk volgt in grote trekken die van de orgelmakers Van Dam in de periode rond 1830-1850. De laden en de mechanieken zijn grotendeels gemaakt in de klassieke, huisstijl van de firma.
De windvoorziening bestaat uit een spaanbalg met twee vouwen, opgesteld achter het orgel.

Dispositie:

Hoofdwerk Bovenwerk Pedaal
Bourdon 16 Fluit douce 8 Bourdon 16 (transm)
Prestant 8 Gamba 8 (C-H in fluit d.) Prestant 8 (transm)
Holpijp 8 Prestant 4 Trompet 8 (transm)
Octaaf 4 Gedekte fluit 4  
Quint 3 Woudfluit 2  
Octaaf 2 Cornet III st.  
Mixtuur III-V st. Dulciaan 8  
Trompet 8    

Koppels:
Hoofdwerk-Bovenwerk
Hoofdwerk-Pedaal
Bovenwerk-Pedaal

Het IJhorster orgel was een nieuwe mijlpaal in het werk van de firma, waarin een stijgende lijn waar te nemen was.
De binnenwerken namen steeds meer klassieke vormen aan en in IJhorst was er ook (weer) sprake van een concept dat qua opzet teruggrijpt op de historie.
Bij dit orgel heeft dat zeker z'n weerslag gehad op de intonatiemethode, die anders moest worden uitgevoerd dan tot dan toe gebruikelijk was.
Het mag duidelijk zijn dat ook in de jaren na 1988 binnen ons bedrijf de ontwikkelingen ook niet stil zijn blijven staan.
Zodoende is er ook intern een discussie ontstaan over met name de intonatie van het IJhorster orgel.
Het instrument had alles in zich om een nog beter klinkend orgel te worden en dit was met betrekkelijk eenvoudige ingrepen te verwezenlijken in deze goed klinkende kerk.
Na overleg met de toenmalige adviseur hebben we de kerkvoogdij in 2005 aangeboden om het instrument opnieuw te intoneren, onder advies van een erkend adviseur.
Op verzoek van de kerkvoogdij is dit Peter van Dijk geworden.
Deze herintonatie heeft als resultaat dat de klank goed aansluit bij het concept waarvoor in 1988 was gekozen.
Bij het labiale pijpwerk zijn de kernspeten, voetopeningen en met name de opsneden in de juiste verhoudingen gebracht. Bij de tongwerken is het loodbeleg van de kelen deels vervangen door messing en zijn de bekers van de Trompet l plaats opgeschoven, groot C is nieuw bijgemaakt.
De winddruk, die in de loop van de jaren, na de restauratie van de kerk, al eens was verhoogd is weer teruggebracht naar 72 mm wk.
ga terug naar boven

footer
reflect